Vervoer van speciale vrachten: belangrijke zaken

In elke branche moet de beslissing om zich te specialiseren worden voorafgegaan door zorgvuldige overwegingen, met name wat de efficiëntie en de vraag betreft. Het wegvervoer, dat meer dan 50% van het Europese vrachtvervoer vertegenwoordigt, kent zijn eigen bijzonderheden waar voor elke vorm van specialisatie rekening mee moet worden gehouden. Om u een indruk te geven van de verschillende specialisaties op het gebied van wegvervoer, hebben wij hieronder enkele hiervan voor u op een rijtje gezet.

TEMPARATUURGECONTROLEERD TRANSPORT

Het eerste succesvolle koeltransport over de weg vond in 1925 plaats en werd uitgevoerd door de ijsbranche. Sindsdien is het temperatuurgecontroleerd transport uitgebreid tot het vervoer van medicijnen, zeevruchten, zuivel, planten en nog veel meer branches. Hoewel deze branches een groot bereik hebben en grote kansen voor specialisatie bieden, moet er ook worden gekeken naar enkele nadelen.

Gekoelde vrachtwagens hebben bijvoorbeeld een minder grote capaciteit dan niet-gekoelde vrachtwagens op grond van de aanvullende isolatielaag van de wanden of de verpakkingen. Daarnaast zorgt de koelinstallatie voor extra gewicht van de lading, zodat ook de beweging en de snelheid worden beïnvloed.

Afhankelijk van de gewenste temperatuur zijn voor bepaalde noodzakelijke aanpassingen tevens meer administratieve handelingen en vergunningen vereist. Wanneer er bijvoorbeeld droogijs voor de handhaving van de gewenste temperatuur wordt gebruikt, dient elke buitenverpakking te worden voorzien van een correcte identificatie, classificatie, aanduiding en etikettering.

Met andere woorden: hoewel temperatuurgecontroleerd vervoer zeer populair is, is hiervoor een grote mate aan planning vereist.

VERVOER VAN LEVENDE DIEREN

Voor het vervoer van levende dieren binnen Europa dienen transportbedrijven rekening te houden met specifieke wetten en voorschriften ter bescherming van de dieren tegen onnodig lijden en/of letsel. Deze wetten en voorschriften worden strikt gehandhaafd door een aantal wettelijke documenten en daaropvolgende controles. Naast deze wetten, zijn er echter nog een aantal specifieke factoren die transportbedrijven zelf dienen te regelen.

Zij moeten bijvoorbeeld aantonen dat zij hebben gezorgd voor eten, water en rust van verschillende dieren. De frequentie hiervan verschilt per dier. Ook het moment van de dag speelt een rol bij het vervoer van levende dieren, aangezien een hogere temperatuur tot een groter risico op hittestress en sterfte tijdens het transport kan leiden. Dieren, met name varkens, dienen daarom vroeg in de ochtend of ‘s nachts te worden vervoerd.

Daarnaast moet rekening worden gehouden met de gevoelstemperatuur en voedertijden, aangezien de gevoelstemperatuur tot een aanzienlijke verlaging van de lichaamstemperatuur kan leiden en varkens hartaanvallen kunnen krijgen als ze net voor vertrek zijn gevoerd. En natuurlijk moet het mengen van bepaalde dieren (zoals gehoornde en niet-gehoornde dieren) worden vermeden.

Hoewel een specialisatie in het vervoer van levende dieren kan leiden tot het transport van schattige biggetjes, dient er gedurende het gehele proces rekening te worden gehouden met de dierspecifieke eisen.

TRANSPORT VAN RADIOACTIEF MATERIAAL

Het transport van radioactief materiaal komt weliswaar zelden voor, maar kan net zo gevaarlijk zijn als het klinkt. Toch worden wereldwijd elk jaar ongeveer 20 miljoen ladingen radioactief materiaal via de openbare weg, het spoor en per schip vervoerd ten behoeve van medicijnen, energieproductie, onderzoek en productcontroles. Daarom heeft de EU enkele richtlijnen vastgelegd op basis van de aanbevelingen van de IAEA om ervoor te zorgen dat er op de Europese wegen geen sprake is van lekkages van radioactief materiaal of ongelukken.

Sinds de postdienst bijvoorbeeld in 1939 de verzending van radioactief materiaal heeft toegestaan, moeten transportbedrijven hun zendingen conform strenge wetten inpakken en labelen. Transportbedrijven moeten voor het vervoer van radioactief materiaal binnen de EU bovendien de nationale autoriteiten over deze zendingen informeren. Deze transportbedrijven moeten tevens een basistraining hebben gevolgd over stralingswetenschap en noodveiligheidsprocedures met betrekking tot radioactieve stoffen. En natuurlijk moeten de vaten waarin deze materialen worden vervoerd, worden getest met behulp van o.a. bots-, brand- en onderdompelingstests.

Dientengevolge is voor de specialisatie in het vervoer van radioactief materiaal een extreme inzet vereist, aangezien de veiligheid van de omwonenden afhangt van de competentie van het transportbedrijf.

TRANSPORT VAN "ABNORMALE" ZENDINGEN

De interne Europese markt en economie hebben het leven van velen gemakkelijker gemaakt. Toch handhaaft elke lidstaat zijn eigen wettelijke eisen voor de beveiliging en het vervoer van zeer grote of zware vrachten. Transportbedrijven dienen hiervan dan ook goed op de hoogte te zijn als ze zich hierin willen specialiseren. De term “abnormaal” heeft betrekking op vrachten die ofwel zeer groot of zeer zwaar zijn en die voor transportbedrijven tot bijkomende overwegingen kunnen leiden.

Aangezien tot wel 25% van alle vrachtwagenongevallen zijn te wijten aan slecht gezekerde ladingen, is het begrijpelijk dat elke lidstaat hiervoor regelgeving heeft ingesteld. Tijdens ritten door meer dan één EU-lidstaat dienen transportbedrijven dan ook aan uiteenlopende eisen te voldoen. Niet alleen wat de zekering, maar ook wat de afmetingen van de lading betreft. Wanneer zeer grote of zeer zware vrachten een bepaald maximum overschrijden, moeten transportbedrijven tevens een speciale vergunning aanvragen waarmee zij de betreffende vracht conform aanvullende richtlijnen mogen vervoeren.

Het is daarom raadzaam eerst enige research te plegen over de regelgeving in specifieke landen waar hoogstwaarschijnlijk zal worden gewerkt en hun wettelijke eisen met betrekking tot de zekering en afmetingen van vrachten, alvorens zich in het vervoer van “abnormale” zendingen te specialiseren.

EN DAN ZIJN ER NOG DE RETOURZENDINGEN

Hoewel elke specialisatie zijn eigen voor- en nadelen heeft, is er één nadeel waar elke specialisatie mee te maken krijgt: retourzendingen. Hoe gespecialiseerder een transportbedrijf is, des te minder flexibel zijn de voertuigen, chauffeurs en klanten. Dus hoewel een transportbedrijf kan profiteren van het feit dat het één van de weinige aanbieders van een bepaald vervoer is, bijv. van radioactief materiaal, ondervindt het ook nadeel van het feit dat de vraag naar dergelijke transporten veel kleiner is dan naar algemene transportdiensten.

Het is daarom één van de meest basale vragen in de economie: specialiseren of niet specialiseren? Gelukkig bestaan er vrachtbeurzen en transportplatformen zoals Teleroute om dit proces voor zowel expediteurs als vervoerders efficiënter te maken, zodat aanbieders en vragers van de hierboven vermelde specialisaties bij elkaar komen en producten op een veilige, legale en efficiënte manier kunnen worden vervoerd.